maandag 17 november 2014

Vondel,Hooft & Huygens



Constantijn Huygens

A.     Onderzoek via allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het komische toneel van de zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken, uitgevers en verschijningsdatum.
Vermeld je zoekstrategie. Zorg voor een lijst van minimaal tien stukken.
Het doel is een uitputtende opsomming van alle stukken die bij het komisch toneel horen.
Omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek onder komisch toneel hebt verstaan.
Ik was op internet aan het zoeken naar kluchtschrijvers uit de gouden eeuw. Toen ik een paar namen had, ging ik naar een betrouwbare bron op het internet en heb ik bij de schrijvers bijpassende kluchten gevonden.
·         Warenar (1617)- P.C. Hooft

Als ik nu denk aan komisch toneel moet ik denken aan een toneelstuk dat is geschreven om het volk te vermaken. Meestal met onwaarschijnlijke situaties die dan toch wel mogelijk zijn.

B.      Leg uit wat een puntdicht is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens.
Een puntdicht is een kort en gedicht met woordspelling en een onverwachte wending.
2 voorbeelden van Huygens:
Hoer.
'T Is 'tvolck niet aen te sien: de deughdelijxte tronie
Staet meestendeel en pronckt op 'tdeughdelooste lijf.
Wat vond ick speelnoots in den handel dien ick drijf,
Waer yeder een' bekent als nicht van Babilonie!
(6, p. 64)
Drucker.
Van 'tKeiserlicke Hof tot de Schaepherders Kluijs
Tracht ijeder vred' en vreughd en vrijheit te gewinnen;
Ick ben de man alleen van averechtse sinnen,
Die staegh om perssing en om druck wensch in myn huijs
(5, p. 49)

C.      Schrijf twee originele puntdichten

Kleuren

Groen is het leven
Rood is de dood
Toch kan ik veel geven
Om blauw en paars

Pietje

Pietje zou goed kunnen tennissen
Als hij zou willen, komt hij elke wedstrijd door.
Hierin zou ik mij niet kunnen vergissen.
Helaas heeft hij er de ballen niet voor.

Peter Cornelissen  Hooft

1. Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde uitdragen? Noem er drie.
Hooft wilde met zijn werk een verstandig en integer staatsbeleid.  Leidinggevenden moeten het landsbelang boven eigenbelang stellen en hun ondergeschikten goed behandelen.
Ook wilde hooft toen hij terugkwam van Frankrijk en Italië  dat Nederland ook moest kennismaken met de renaissance & oudheid. Hij moderniseerde de Nederlandse literatuur.  Hooft was ook vaak verliefd en dat uitte hij ook in zijn gedichten.

2. Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.
a. Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrecht in dit lied.
In het liedje “Als Jan Sijbrecht zou belezen” is de rol van Sijbrecht dat zij de dominante is. Zij laat zien hoe het niet moet in een relatie. Aangezien Jan haar ooit leuk vond, heeft zij hier misbruik van gemaakt en zorgde ze ervoor dat ze gingen trouwen. Nu vind Sijbrecht dat Jan haar moet kunnen verdragen, aangezien het echte liefde is.

b. Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
Jan Sijbrecht bedoeld met de refreinregel “Reine liefd” dat echte liefde niet vergaat.

3 Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm en lees sonnet 134 en sonnet 292.
a. Vergelijk deze sonnetten met ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het Terzijde bij deze pagina (Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je overeenkomsten of verschillen?
De overeenkomsten tussen  “Mijn lief,mijn lief, mijn lief”en sonnet 134 & 292 is dat ze op dezelfde manier rijmen. Ook gaan ze allemaal over liefde.
Het verschil tussen de gedichten is dat “Mijn lief, mijn lief , mijn lief” vanuit 2 perspectieven is, en die andere 2 sonnetten zijn vanuit 1 perspectief.

b. Voldoen de sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.
De sonnetten voldoen aan de algemene regels, want ze bestaan allemaal uit 14 zinnen. Ook hebben ze in het midden een wending en is er sprake van een rijmschema.

 

Joost van den Vondel

 

1.      Noem ten minste twee redenen waarom Vondel al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’
Vondel stond in zijn eigen tijd al bekend als “de grootste schrijver”  omdat hij veel gebeurtenissen uit de Gouden Eeuw bekritiseerde en daarbij kwam zijn eigen mening vaak heel duidelijk naar voren. Ook praatte in zijn werken veel over politieke en godsdienstige onderwerpen, dit waren in de gouden eeuw populaire onderwerpen.

2.      Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.
Hij was eerst een kousenhandelaar. Hiermee verdiende hij prima, alleen op een dag ging zijn zaak failliet. Hij werd afhankelijk van een baantje bij de Amsterdamse Bank van Lening en dat verdiende wat minder goed. Zijn werk werd in die tijd gewaagd genoemd en was daardoor ook vaak verboden. Er werden hierdoor alleen illegalen kopieën gelezen en hiermee kreeg hij geen inkomen.

3.      Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.
a. Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
De gebeurtenis die in het gedicht “Het stockske” beschreven wordt komt uit 1619. Het is de dag dat de raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt als “landverrader” onthoofd wordt. Vondel beschuldigde hierin juist Oldenbarnevelts tegenstanders, prins Maurits van Oranje Nassau.

b. In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
Vondel gebruikt metaforen om de personen en evenementen uit de werkelijkheid uit te drukken in personages.


c. Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven?
Met het gedicht “ Het stockske” wilde Vondel laten zien dat Oldenbarnevelt niet schuldig was, maar juist de tegenpartij prins Maurits.

d. Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
In de Rijksmuseum van Amsterdam kan je het stokje nog bekijken.


Waarom zijn Huygens, Vondel en Hooft tot op de dag van vandaag nog steeds interessant voor de Nederlandse literatuur ?

Ik denk dat tot op de dag van vandaag Huygens, Vondel en hooft nog belangrijk zijn omdat ze in hun tijd een vernieuwing waren. Hooft wilde door zijn werk de maatschappij aan het denken zetten/veranderen en moderniseerde de Nederlandse literatuur door de renaissance hiernaar toe te brengen. Vondel wilde rechtvaardigheid voor Oldenbarnevelt en leverde hierdoor dus kritiek op prins Maurits. En vondel heeft veel gebeurtenissen bekritiseerd. Deze 3 schrijvers durfden voor zich op te komen in die tijd, en dat was denk ik wel erg bijzonder. Ook hadden ze naast het schrijven, een belangrijk staatspositie.  Dus samengevat denk ik dat het komt omdat zij kritiek leverde op de samenleving, en dat was iets wat niet veelvoorkomend was in die tijd. Dit is dan wel interessant om nu terug te lezen, en zij hebben gewoon heel veel veranderd binnen de Nederlandse literatuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten